Beethovens ‘Eroica’ en Tsjaikovski’s pianoconcert

Beethovens ‘Eroica’

Eigenlijk wilde Beethoven zijn heldhaftige Derde symfonie opdragen aan Napoleon Bonaparte, die destijds als de bevrijder van het volk werd gezien. Daar kwam hij op terug toen Napoleon zichzelf in zijn grootheidswaanzin tot keizer had gekroond in mei 1804. Woest streepte Beethoven Napoleons naam door in zijn manuscript. De nieuwe bijnaam ‘Eroica’ past uitstekend bij de revolutionaire muziek vol verrassende wendingen en onstuimige accenten.

Marie-Ange Nguci speelt Tsjaikovski

Marie-Ange Nguci, ‘een pianiste bij wie hoofd, hart en handen in perfect evenwicht zijn’, keert terug in Het Concertgebouw met Tsjaikovski’s uitdagende Eerste pianoconcert. Toen Tsjaikovski zijn nieuwe creatie in 1874 trots liet horen aan de fameuze pianist en componist Nikolai Rubinstein moest hij wel even slikken: zijn vriend noemde het concert ‘wanstaltig en onspeelbaar’. Een totaal verkeerde inschatting van Rubinstein, want inmiddels behoort het tot één van de meest favoriete pianoconcerten ooit geschreven, mede dankzij de Franse, Russische en Oekraïense volkswijsjes die Tsjaikovski meesterlijk heeft verwerkt in de imposante solopartij. Én natuurlijk dankzij het imposante intro van de hoorns!